Familierecht in Spanje

HET VONNIS VAN HET HOOGGERECHTSHOF 120/2016.

Samenvatting van een rechtszaak inzake familierecht in Spanje

We hebben het in dit artikel over een omstreden arrest in cassatie waarbij aan de grootouders van vaders- en moeders kant (bloedverwanten in opgaande lijn, overeenkomstig artikel 142 en 143 van het Spaanse Burgerlijk Wetboek) alimentatie en buitengewone kosten voor hun kleindochter werd gevorderd.

De kwesties met betrekking tot de vordering van alimentatie en buitengewone kosten worden uiteengezet, evenals het moment waarop met de betaling van de alimentatie van start moet worden gegaan en wanneer deze wat hoogte betreft moet worden geactualiseerd.

Met betrekking tot de alimentatie waarnaar in artikel 142 wordt verwezen, wordt verwezen in artikel 142, worden deze uiteengezet in het juridische deel van dit artikel. In hoger beroep werden de buitengewone kosten en het tijdstip van betaling van de alimentatie gevorderd. Dat wil zeggen, vanaf het moment waarop de vordering werd ingediend en later in cassatie. De buitengewone kosten werden als opeisbaar beschouwd ten opzichte van de grootouders van vaders- en moeders kant, waarbij deze vordering in eerste en tweede aanleg en uiteindelijk in cassatie werd verworpen.

Litigieuze kwestie van deze rechtszaak inzake familierecht in Spanje

De vordering werd ingediend om alimentatie voor de minderjarige dochter te vorderen van de grootouders van vaders- en moeders kant. Hierbij was de tussenkomst van de officier van justitie nodig die over de van toepassing geachtte feiten en juridische gronden argumenteerde.

In de vordering wordt de betaling door de grootouders van vaders- en moeders kant gevorderd ten behoeve van de kleindochter. Eenieder zou 345 euro plus rente betalen vanaf het moment dat de vordering werd ingediend. Ook werd vijfenzeventig procent van de buitengewone kosten geclaimd, inclusief kosten van muzieklessen en bijkomende lessen ter ondersteuning. De grootouders van moeders kant werden gevorderd tot het betalen van alimentatie van 115 euro plus rente binnen de eerste vijf dagen vanaf het moment dat de vordering werd ingediend, evenals vijfentwintig procent van de buitengewone kosten. Met andere woorden: er werd 345 euro gevorderd aan de grootouders van vaders kant en 115 euro aan de grootouders van moeders kant. Met betrekking tot de grootouders van vaders kant wordt gevorderd dat zij 75% van de buitengewone kosten betalen ten opzichte van de grootouders aan moeders kant slechts 25%, plus kosten. De partijen worden rechtstreeks opgeroepen voor de mondelinge afhandeling van de zaak, zonder te wachten op het antwoord op de vordering, hetgeen in de mondelinge behandeling zelf zal worden gehouden.

Na de mondelinge behandeling op 27 mei 2014 werd het oordeel geveld door de rechtbank. De vordering van de moeder werd ontvankelijk verklaard. Daarmee kreeg ze het recht om alimentatie van de grootouders van vaders- en moeders kant te ontvangen. Het bedrag werd gesteld op 250 euro per maand. De grootouders van vaderskant moesten 135 euro betalen en de grootouders van moederskant 115 euro. Dit bedrag zal jaarlijks worden verhoogd op basis van de CPI. Er werd geen specifieke uitspraak gedaan over de betaling van de kosten. Elk moet zijn eigen kosten betalen en de helft van de gemeenschappelijke kosten.

Er werd beroep ingediend bij de provinciale rechtbank in Gijón, en op 28 januari 2015 kwam deze rechtbank tot een oordeel. De uitspraak van de eerdere rechter werd herroepen. Het nieuwe vonnis van de provinciale rechtbank stelde dat “de gedaagden veroordeeld zijn tot het betalen van vaste vergoedingen in de uitspraak van het hoger beroep vanaf het moment dat de vordering werd ingediend en binnen de eerste vijf dagen van elke maand”, zonder veroordeling tot kosten. Tegen deze uitspraak is cassatieberoep ingesteld wegens schending van de toepasselijke regels en beginselen om de zaak, voorwerp van de procedure, te beslechten en wegens onrechtmatige toepassing van de belangen ter bescherming van het kind op basis van de artikelen 142, 143, 144, 145, 146 van het Spaans Burgerlijk Wetboek en van de overeenkomstige artikelen van de Spaanse grondwet, de verklaring van de rechten van het kind en van het recht van wettelijke bescherming van de minderjarige.

Deze vordering werd doorgegeven aan het parket, zodat dit binnen 20 dagen kon antwoorden, en aangezien de partijen niet om een hoorzitting hebben verzocht, werd hiertoe niet besloten en wordt het direct beslecht.

Het Hof van Cassatie analyseerde voorafgaand een uitspraak van de rechtbank met betrekking tot de voogdij en de alimentatie. De voogdij werd toegekend aan de moeder en de vader werd verplicht 250 euro per maand aan alimentatie te betalen voor zijn dochter. Ook was er een procedure voor het wijzigen van maatregelen op grond waarvan de communicatie tussen vader en dochter werd opgeschort, communicatie die vervolgens opnieuw moest worden hersteld. De vader heeft geen enkel bedrag betaald, de moeder heeft aangedrongen op bepaalde gerechtelijke procedures, zowel in civiele als in strafrechtelijke jurisdictie. De eiser ontvangt 357,70 euro per maand voor een blijvende invaliditeitsuitkering. Rekening houdend met de omstandigheden van de minderjarige en de vertegenwoordiger, onderneemt ze actie tegen de grootouders van vaders en moeders kant. De grootouders van moederskant stemmen ermee in de alimentatie te betalen, zij het slechts een bedrag van 80 of 90 euro per maand. De grootouders van vaders kant weigeren echter dat zij zouden moeten ingaan op de vordering wegens gebrek aan passieve legitimiteit, aangezien de vader van de minderjarige verplicht was te betalen en daarbovenop zij zelf ook geen economische middelen hadden.

Opmerkingen over het onderwerp en de juridische redenering van deze zaak van familierecht in Spanje

We begrijpen dat de appellant probeert een analoge interpretatie weer te geven van de regel met betrekking tot het vaststellen van de verplichting voor de grootouders tot betaling van alimentatie, evenals die van de buitengewone kosten in overeenstemming met artikel 142 in verband met artikel 93. In deze zin stelt artikel 142 een algemeen geval vast, terwijl artikel 93 een veronderstelling over een specifiek feit vastlegt, waarbij deze veronderstelling de facto wordt toegepast op een groep mensen die anders is dan die vermeld in artikel 143 voor de algemene alimentatieplicht. Alimentatie in de breedste zin van het woord wordt zowel voor kinderen als voor ouders verleend, die wederkerige alimentatiebetalers en -ontvangers zijn. Met betrekking tot alimentatie onder familieleden in de zijdelingse linie, hoeft dit alleen te gebeuren waar nodig.

We hebben het hier over een speciaal geval dat het onderhoud regelt dat door een van de ouders is betaald, in verband met artikel 93, waardoor er een beperking wordt vastgelegd voor buitengewone kosten die niet wettelijk worden gedekt onder het concept van alimentatie van artikel 142, noch als alimentatie in de ruime noch in de strikte zin van het woord. Daarom configureert dit de beperking van deze vordering aan de ouders en de omvang en inhoud van het recht tot alimentatie.

Dit artikel werd geschreven door Mr Rafael Andrades Márquez, een advocaat gespecialiseerd in familierecht.

Wilt u meer informatie over een specifiek probleem inzake familierecht in Spanje? Neem dan vandaag nog contact op met Welex, uw advocaat en econoom onder één dak. Ons advocatenkantoor in Marbella staat tot uw beschikking voor alle kwesties met betrekking tot familierecht in Marbella, Malaga, Spanje.